Maak je eigen mini-boerderij. Wat voor soort boerderij maak jij? Met allerlei dieren of juist met allemaal maïs-, aardappel- en boerenkoolvelden?
De kinderen gaan een kleine mini-boerderij bouwen van allerlei kosteloos materiaal, aangevuld met knutselmateriaal.
In deze activiteit gaan de kinderen ontdekken wat je allemaal nodig hebt op een boerderij.
Verzamel diverse soorten materiaal, naast de gebruikelijke knutselmaterialen, zoals doosjes, kurken en flessendopjes. Maar ook materialen van buiten zoals gras, blaadjes, misschien wat mos en aarde. Je kunt ook wat gedroogde maiskorreltjes of gedroogde erwten toevoegen als veevoer of om aan te geven waar de maisvelden en akkervelden zijn.
Heb een inleidend gesprek over de boerderij met de kinderen. Voordat een boer een nieuwe boerderij kan starten moet er eerst een plan gemaakt worden. Wat ga je verbouwen of welke dieren wil je houden? Waar komen de stallen en waar het akkerland? Hoe komt de boerderij eruit te zien? Bij een melkveebedrijf heb je bijvoorbeeld niet alleen koeien in een stal nodig, maar ook weilanden waar ze kunnen grazen en velden en een hooischuur nodig om hooi te kunnen oogsten en opslaan voor de winter. Akkerbouwers hebben een schuur voor hun machines nodig. De oogst moet ook opgeslagen kunnen worden. En waar woont de boer? Is de stal apart of zit deze, zoals vroeger, vast aan het huis? Wel lekker warm en makkelijk dichtbij!
Vertel de kinderen dat zij vandaag hun eigen mini boerderij gaan maken. Dit kan in kleine groepjes of individueel. Dit bepaal jij van te voren, op basis van de beschikbare ‘basis / ondergrond’ waarop de boerderij gebouwd gaat worden.
Allereerst moeten zij, net als een echte boer, gaan nadenken over wat voor soort boerderij zij willen maken. Met allerlei dieren of juist allemaal maïs-, aardappel- en boerenkoolvelden? Vervolgens moeten zij gaan nadenken over hoe de boerderij er uit komt te zien. Waar komen de velden of weilanden? Waar komt de boerderij? En hebben zij ook een schuur nodig? Laat hierbij gelijk de ‘basis’ zien, waarop zij de boerderij gaan bouwen (de bak, zand- / watertafel of kartonnen doos). Zo hebben zij gelijk een goed idee van wat er mogelijk is, anders wordt het te abstract voor ze. Laat de kinderen vervolgens ook alle materialen zien die zij kunnen gaan gebruiken.
De kinderen mogen nu beginnen met het bouwen van hun mini boerderij. Begeleid de kinderen in de bouw van de maquette. Stel open vragen zoals ‘Wat voor boerderij gaan jullie bouwen?’ ‘Wat zou je nu eerst kunnen doen?’ ‘Wat heb je daarvoor nodig?’ ‘Welk materiaal kun je daar voor gebruiken?’ en ‘Hoe kun je dit nog steviger maken?’. Laat de kinderen samenwerken en geef bijvoorbeeld taken als ze hier niet zelf uitkomen. Probeer mee te denken in het eindresultaat en ondersteun als ze vastlopen, maar volg vooral de ideeën van de kinderen hierin.
Presenteer de mini boerderijen aan elkaar en bijvoorbeeld aan de ouders. Laat de kinderen zelf het verhaal vertellen achter alles wat zij gebouwd hebben.
Je kunt er ook voor kiezen om samen één grote maquette te maken waarmee tijdens de themaweken gespeeld kan worden. Zorg dan dat zeker de basis van wat steviger materiaal gemaakt is zodat het niet na twee keer spelen al stuk is. Spreek een goede rolverdeling af zodat ieder kind wel iets te maken heeft voor de maquette. Dit hoeft natuurlijk niet tegelijkertijd, maar kan ook verspreid over meerdere dagen.
Oudere kinderen kunnen ook (eerst) een plattegrondtekening van bovenaf maken. Voor kleuters is dit meestal nog te moeilijk.
Je kan boerderijdieren uit het speelgoed toevoegen, maar de kinderen kunnen misschien ook zelf dieren knutselen of kleien.
Met oudere kinderen kun je nog aandacht besteden aan de verschillende bouwvormen van een boerderij. Op internet kun je hier informatie over vinden zoals hier bijvoorbeeld: https://nl.wikipedia.org/wiki/Boerderijtype.
Ook kun je hen eventueel vertellen dat je niet ieder jaar dezelfde gewassen op dezelfde grond kunt verbouwen, omdat de grond dan uitgeput raakt. Boeren hebben dus verschillende soorten gewassen nodig om te kunnen rouleren over de velden. Kunnen ze dat nog verwerken in hun boerderij?
Als je de miniboerderij geheel van natuurlijk materiaal maakt kan je er natuurlijk ook voor kiezen het buiten te doen. Dan hoeft het ook niet op een kartonnen plaat, maar kan je het misschien direct in een plantenbak of zandbak doen.
Begeleid de samenwerking van de kinderen in de kleine groepjes en laat iedereen een voor hem of haar fijne bijdrage kunnen leveren. Voor veel kinderen is het nog best lastig ideeën van anderen in jouw ideeën integreren of voor je eigen mening opkomen.
Basis / Ondergrond:
Een grotere bak of de water- en zandtafel voor een grotere groep kinderen of platen karton voor kleine groepjes en individuen. Ook kun je denken aan kartonnen dozen of plastic bakken.
Indien je met aarde en zand werkt kan je dit of over een lijmlaag heen strooien of zorgen voor een opstaand randje rondom de plaat bij een iets dikkere laag. Bijvoorbeeld de deksel van een schoenendoos.
Diverse kosteloos materiaal: denk bijvoorbeeld aan:
Aanvullend knutselmateriaal zoals bijvoorbeeld:
Binnen aan een tafel
Cognitieve ontwikkeling
Kinderen leren nadenken over wat er allemaal bij een boerderij hoort en ze leren in perspectief kijken: hoe ziet de boerderij er van bovenaf uit.
Creatieve ontwikkeling
Kinderen leren met andere materialen een beeld te vormen. Ze moeten creatieve oplossingen zoeken in hun materiaalgebruik om hun ideeën vorm te geven.
Motorische ontwikkeling
Het knutselen stimuleert de fijne motoriek.
Calandstraat 24B
3316 EA Dordrecht
tel: 078 – 20 01 036
[email protected]
BSO in Bloei is onderdeel van Pebblz