Om zijn werk goed te kunnen doen heeft een dierenarts heel veel kennis over allerlei verschillende soorten dieren. Hoeveel weten de kinderen eigenlijk al over dieren?
De kinderen spelen een spel waarbij één kind (de dierenarts) moet raden om welk dier het gaat door vragen te stellen aan de groep.
Print een set van de dieren fotokaarten uit. Je kunt ze eventueel plastificeren, dan kun je ze vaker gebruiken.
Een dierenarts is een dokter voor dieren. Hij/zij weet dus heel veel over allerlei verschillende soorten dieren. Er zijn dierenartsen die zorgen voor huisdieren (zoals honden en katten) maar er zijn ook dierenartsen die heel veel weten over wilde dieren en die zorgen voor de dieren in de dierentuin. Weten de kinderen eigenlijk al veel over dieren? Vertel dat jullie daar vandaag achter gaan komen.
Leg uit dat jullie een ‘dieren raad spel’ gaan spelen. Er is een stapel kaarten met foto’s van allemaal verschillende dieren. Straks mag één kind (de dierenarts) naar de gang en dan wordt in de kring een kaart getrokken. Deze kaart wordt kort in de kring besproken. De ‘dierenarts’ mag dan terugkomen en door vragen te stellen raden welk dier het is.
Je wijst vervolgens een kind aan dat als eerste mag gaan raden. Dit kind gaat even naar de gang zodat jij het dier even kunt voorbespreken met de groep. De stapel met fotokaarten ligt ondersteboven (plaatjes naar beneden). Je pakt de eerste foto en laat hem zien aan de kinderen. Bekijk en bespreek kort samen het dier: Hoe heet het dier? Hoe ziet het er uit? Hoeveel poten heeft het? Welk geluid maakt het? Kan het vliegen/zwemmen/rennen enz.? Waar woont het? enzovoort.
Wanneer jullie klaar zijn mag de dierenarts terug in de groep komen. Hij/zij houdt de kaart boven het hoofd en mag vragen stellen aan de groep, om er zo achter te komen over welk dier het gaat. Wanneer het dier is geraden mag een ander kind de dierenarts zijn.
Ga zelf (zeker bij jonge kinderen) achter de stoel van de ‘dierenarts’ staan. Dan kun jij de kaart aan de andere kinderen laten zien zonder dat ‘de dierenarts’ het zelf ziet en je kunt het kind ondersteunen in het bedenken van goede vragen.
Besluit van te voren wanneer je de activiteit gaat afronden: bijvoorbeeld als alle kaarten op zijn, of als je merkt dat de aandacht verslapt, dan geef je aan: Nog één laatste dierenarts! Wanneer jullie klaar zijn bespreek je de activiteit nog even kort na met de kinderen: Hoe hebben ze de activiteit ervaren? Kenden ze alle dieren al of hebben ze een nieuw dier leren kennen? Zat hun lievelingsdier er misschien tussen?
Je kunt het spel moeilijker maken door de fotokaarten niet te gebruiken en de kinderen het dier te laten omschrijven vanuit hun eigen herinneringen en kennis.
Je kunt het spel uitdagender maken door de spelregel te hanteren dat de dierenarts alleen vragen mag stellen waar de groep ja / nee op kan antwoorden.
Je kunt de dierenarts eventueel een witte doktersjas laten aantrekken, zodat hij of zij duidelijk herkenbaar is.
Wanneer de kinderen het aan kunnen hoef je de kaart tijdens de vragenronde niet meer te laten zien, maar vooral de hele jonge kinderen zullen nog moeite hebben om te onthouden om welk dier het gaat.
Het zal voor sommige kinderen lastig zijn om de vragen te bedenken die het kind aan de groep kan stellen. Wanneer je dit opmerkt ondersteun je de kinderen hierin.
De dierenarts kan de vragen in principe aan de hele groep stellen. Wanneer je echter merkt dat dit te rommelig wordt en kinderen door elkaar gaan roepen, kun je er ook voor kiezen om de dierenarts de vraag steeds aan een specifiek persoon te laten stellen: ‘Stefan, welke kleur is het dier?’ ‘Maartje, hoeveel poten heeft het dier?’
Jonge kinderen kunnen in hun enthousiasme soms nog wat ongeremd zijn en bij het herkennen van het dier gelijk de naam roepen. Dit is dan ook een van de functies van de voorbespreking, dat de kinderen de foto kunnen bekijken en hun eerste spontane reacties kwijt kunnen zonder dat de ‘dierenarts’ daar bij is. Het is ook goed om tijdens de voorbespreking steeds te herinneren dat de kinderen de naam van het dier niet mogen verklappen aan de ‘dierenarts’.
Wanneer er een nieuw dier aan de beurt is, gaat de dierenarts even naar de gang zodat jij het dier even kunt voorbespreken met de groep. Als je merkt dat de kinderen de opzet van het spel door hebben en de voorbespreking niet nodig hebben, dan kun je dit ook achterwege laten. De dierenarts hoeft dan alleen zijn ogen dicht te doen bijvoorbeeld.
Deze activiteit kun je zowel binnen als buiten uitvoeren.
Cognitieve ontwikkeling
De kinderen leren over verschillende soorten dieren. Daarnaast worden ze uitgedaagd om gerichte vragen te stellen om informatie te verzamelen en aan de hand van deze informatie te bepalen om welk dier het gaat.
Sociaal emotionele ontwikkeling
De kinderen moeten als dierenarts voor de groep staan en een opdracht uitvoeren. Hier is lef en zelfvertrouwen voor nodig.
Calandstraat 24B
3316 EA Dordrecht
tel: 078 – 20 01 036
[email protected]
BSO in Bloei is onderdeel van Pebblz