De dirigent haalt de muziek uit het orkest. Haal jij de muziek uit jouw groep?
De kinderen gaan vandaag muziek spelen onder leiding van de dirigent! 1 kind is de dirigent en de rest van de kinderen is het orkest.
Leg alle benodigdheden klaar: Zorg voor voldoende instrumenten en een baton (een stokje is ook prima!).
Print ook de beweegregels van de dirigent uit.
Vraag de kinderen of ze weten wat een orkest is. Dit is een grote groep muzikanten bij elkaar, die samen muziek maken. In een groot en volledig orkest heb je heel veel soorten muzikanten: Zo heb je de strijkers met bijvoorbeeld viool, contrabas en cello, de blazers met bijvoorbeeld fluit, trompet en klarinet en het slagwerk met bijvoorbeeld trom, triangel en xylofoon. De meeste orkesten zijn echter kleiner en hebben niet al deze instrumenten en muzikanten tot hun beschikking.
In een heel klein orkest kunnen de muzikanten nog wel naar elkaar kijken en samen spelen. Maar als het orkest groter wordt dan wordt dit lastiger. Wanneer begin je zodat je allemaal tegelijk start, wanneer moet je sneller of langzamer spelen? Een grotere groep muzikanten heeft iemand nodig die de leiding neemt en dat is de dirigent. De dirigent leidt het orkest. Daarbij gebruikt hij of zij de handen en/of een muziekstokje genaamd: baton. Hiermee wordt het tempo (langzaam/snel) en de dynamiek (hard/zacht) van de muziek aangegeven.
Leg de kinderen vervolgens uit wat jullie gaan doen; Het is bedoeling dat de kinderen tijdens het bespelen van hun instrument het ritme en de dynamiek aanhouden dat de dirigent aangeeft. De regels zijn als volgt:
Rechterhand – Tempo (met baton)
– Sneller zwaaien met de baton = sneller spelen
– Langzamer zwaaien met de baton= langzamer spelen
Linkerhand – Dynamiek (met de hand)
– Zwaai omhoog met je hand = (geleidelijk) harder spelen (crescendo)
– Zwaai omlaag met je hand = (geleidelijk) zachter spelen (decrescendo)
Klaar = beiden handen van binnen naar buiten zwaaien.
(Deze regels vind je ook als bijlage)
Na het uitleggen van de activiteit, laat je eerst zien wat de bedoeling is. Jullie gebruiken eerst enkel de handen en gaan het tempo en dynamiek eerst oefenen door te klappen. Zo laat je eerst zelf goed zien wat de bedoeling is. Je oefent eerst het tempo en daarna de dynamiek. Deel vervolgens de instrumenten uit. Begin de activiteit zelf als dirigent. Daarbij begin je met het ritme aangeven met de baton: Zwaai de maat en tel daarbij steeds tot vier. Op elke tel slaan/blazen/schudden de kinderen een op/met hun instrument.
Je begint eerst met 4 tellen vooraf, zodat iedereen tegelijk start op de tweede ‘1’: 1,2,3,4 (diepe ademteug en de kinderen starten op de volgende 1) 1,2,3,4. Laat met de mimiek in je gezicht ook zien dat bij de tweede keer ‘1’ de kinderen moeten beginnen.
Lukt het de kinderen om dit zo te volgen? Begin dan bij een volgende 1 met een sneller tempo. Ondersteun de kinderen hierbij ook verbaal: ‘Volg mij maar …tik, tik, tik, tik….als ik met mijn baton sneller zwaai, gaan we sneller. Let op! Blijf in de maat!’ In het begin tel je de maat mee, maar als het loopt stop je hier weer mee.
Als dit lukt kun je je linker hand toevoegen en daarbij de dynamiek aangeven: harder (hand omhoog) en zachter (hand omlaag). Lukt het de kinderen om ook dit te volgen?
Nu kan een van de kinderen proberen om de dirigent te zijn. Wie durft het aan met de baton? Begin weer eerst met het ritme. Door zelf mee te klappen laat je duidelijk aan het kind merken wat het aangeeft. Dit geeft wat houvast. Afhankelijk van hoe het gaat kun je bekijken of je het kind ook nog de dynamiek laat aangeven. Vervolgens kunnen andere kinderen om de beurt de rol van dirigent aannemen.
Blijf vooral op je groep letten. Als je merkt dat de concentratie verminderd en de kinderen “maar wat doen”, dan is het wellicht tijd om te stoppen. Kap het niet gelijk af, maar geef aan de we nog een laatste ronde doen. Vaak vinden kinderen het dan leuk om nog even een keer alles te geven. Laat ze dit dan ook maar doen! “Heel snel & heel hard!…. en, weer langzamer..en langzamer…en zachter.. en zachter..” Geef complimentjes en vraag de kinderen wat ze ervan vonden.
Als je deze activiteit al één of meerdere keren gedaan hebt kun je er ook een terugkerende activiteit van maken, om zo even alle aandacht te krijgen voor een gezamenlijk moment (zoals het eten en drinken). Je hoeft dan niet de instrumenten uit te delen, maar een ritme maken met de vingers op de tafel en/of klappen en/of stampen is dan ook prima.
Dynamiek erbij betrekken kan dus ook een uitbreiding zijn. Focus eerst op het tempo en voeg daarna de dynamiek toe. Het lijkt simpel, maar je armen tegelijkertijd op 2 manieren bewegen, kan best lastig zijn!
Als de kinderen het volgen van de dirigent goed door hebben kun je ook verschillende groepjes in je orkest vormen. Bijvoorbeeld alle triangels bij elkaar, alle trommels bij elkaar en alle belletjes en tamboerijnen bij elkaar. De dirigent geeft aan wanneer welke groep mag beginnen.
Als het echt goed gaat kun je dit ook met een hele grote groep doen. Het geeft een machtig wij-gevoel als iedereen zo goed luistert dat iedereen echt tegelijk begint en ook weer tegelijk stopt. Dit vergt echter wel enige oefening.
Zingen! Je kunt natuurlijk ook een simpel liedje bedenken om te gaan zingen (hier zou je ook een apart groepje van kunnen maken). Lukt het om in canon te zingen?
Focus eerst op het tempo en voeg daarna eventueel pas de dynamiek toe. Dit hoeft niet. Het lijkt namelijk simpel, maar je armen tegelijkertijd op 2 manieren bewegen kan best lastig zijn! Wanneer een kind het dus al moeilijk vindt om het tempo aan te geven, houd het daar dan bij zodat de activiteit een positieve ervaring blijft.
Bedenk dat je mimiek ook al een hoop dynamiek aangeeft. Wees dus expressief in je mimiek. Dit maakt het duidelijker (en aantrekkelijker!) voor de kinderen. Wijs kinderen hier ook op als zij zelf de dirigent zijn.
Wees duidelijk in de afspraak wanneer er geluid uit het instrument mag komen. Je volgt het ritme. Het eind symbool (de handen van binnen naar buiten, eventueel versterkt met het van open naar dicht gaan van je handen) betekent dat het daarna echt stil is! Oefen dit eventueel een paar keer.
Je kunt het interessanter maken door echt met het ritme te spelen. Pauzes en plotselinge overgangen maken dat ze goed moeten opletten. Kunnen ze je volgen? Wordt het te moeilijk, dan ben je ze kwijt. Maar wordt het te makkelijk en te saai, dan ben je ze ook kwijt. Laat kinderen als dirigent ook niet te lang aanmodderen, maar wissel het af en laat kinderen eventueel een tweede keer dirigent zijn.
Het geeft een heel machtig gevoel als de hele groep doet wat jij aangeeft. Creëer als pedagogisch medewerker dus ook een sfeer waarin iedereen in ieder geval zijn best hiertoe doet en zorg dat de dirigent geen misbruik maakt van diens ‘macht’.
Let op dat je bij meerdere activiteiten in dezelfde ruimte anderen niet teveel tot last bent. Kies dan je ruimte goed uit.
Materiaal
Alternatieven voor wanneer je geen instrumenten hebt:
Je kunt ook ritmes maken met klappen, tikken met je vingers of handen op de tafel, stampen met je voeten, twee blokjes tegen elkaar slaan of eenvoudige (canon)liedjes. Als je op de groep om je heen kijkt zie je vast nog meer alternatieven.
Je hebt een ruimte nodig waar iedereen kunt zitten. Met mooi weer, kun je eventueel ook buiten muziek maken! Let wel op geluidsoverlast (zowel binnen als buiten).
Kinderen leren over (het ritme van) muziek. Zowel als dirigent en als muzikant moet je goed opletten en nadenken over wat je moet doen. De dirigent heeft een “extra taak” en moet van te voren bedenken wat hij “hierna” gaat doen. De kinderen worden bewust van tempo, dynamiek, klank, ritme en eventueel melodie.
Sociaal emotionele ontwikkeling
Samen muziek maken is al een sociale activiteit op zich. Muziek haalt emoties uit de mens. Kinderen kunnen hun gevoel nu al in de muziek gooien. Het kan afleiden, troosten, je opvrolijken en rust geven.
Het volgen van de dirigent vraagt heel veel van je. Je moet goed luisteren, opletten en zelf op het juiste moment een handeling uitvoeren op jouw instrument. Eigen initiatief kan niet als je één van de instrumenten bespeelt, je moet volgen. Als dirigent geeft het je juist een machtig gevoel als jij bepaald en iedereen doet wat jij zegt.
Calandstraat 24B
3316 EA Dordrecht
tel: 078 – 20 01 036
[email protected]
BSO in Bloei is onderdeel van Pebblz